Waarom het zo awkward voelt om iemand in rouw te appen
We kennen het waarschijnlijk allemaal. Je zit met je telefoon in je hand, je wilt iets sturen naar die vriend(in) die net iemand is verloren... maar what do you say?! Het voelt ineens alsof elk woord te veel of juist te weinig is. En dus... stuur je maar niks. Maar dat is zó zonde.
Waarom we dichtklappen
Rouw is ongemakkelijk. Niet voor degene die rouwt – die moet erdoorheen – maar voor ons als omstanders. Want we willen het niet erger maken. We zijn bang om het verkeerde te zeggen. Of juist dat we de ander herinneren aan het verdriet (newsflash: ze zijn het écht niet vergeten).
Hoe app je dan wel iets goeds?
Klein = krachtig. Denk:
-
“Ik dacht net aan je. ❤️ Geen idee wat je nu nodig hebt, maar ik ben er.”
-
“Als je iets wil, iets nodig hebt, of gewoon random wilt kletsen – dm me anytime.”
-
“Ik weet niet wat ik moet zeggen, maar ik wil je wél iets laten horen.”
Wat je beter niet stuurt (tenzij het écht bij jullie past)
-
“Alles gebeurt met een reden.”
-
“Gelukkig heeft ze geen pijn meer.”
-
“Hij zou niet willen dat je verdrietig bent.”
Wees liever gewoon eerlijk: “Dit is k*t. En ik weet niet wat ik moet zeggen.”
De kracht van opvolging
Niet alleen die eerste app telt. Maar ook die random op woensdagmiddag, weken later: “Ik dacht aan je. Hoe gaat het vandaag?”
Zodat ze zich niet vergeten voelen, ook als het langer dan 2 weken geleden is. Want vaak wordt het dan stiller en dan kan jij er voor iemand zijn!